
Sinds de uitbraak van COVID-19 is de wereld zich bewuster geworden van de impact die virussen kunnen hebben op de volksgezondheid. Hoewel het coronavirus wereldwijd veel aandacht heeft gekregen, zijn er ook andere gevaarlijke virussen die in het verleden en heden ernstige bedreigingen vormen voor de mensheid. In dit artikel bespreken we enkele van de meest beruchte virussen naast COVID-19, zoals het ebolavirus, de Mexicaanse griep en het Marburgvirus.
1. Ebola: Een dodelijk virus met hoge sterfte
Het ebolavirus werd voor het eerst geïdentificeerd in 1976 in Congo, nabij de rivier de Ebola, waaraan het virus zijn naam ontleent. Het virus veroorzaakt hemorragische koorts, waarbij interne bloedingen, koorts, spierpijn en braken veelvoorkomende symptomen zijn. Ebola heeft een sterftecijfer dat kan oplopen tot 90%, afhankelijk van de uitbraak en beschikbare zorg.
De overdracht vindt plaats via direct contact met bloed of lichaamsvloeistoffen van geïnfecteerde personen of dieren. Er is inmiddels een goedgekeurd vaccin (Ervebo), maar preventie blijft lastig, vooral in afgelegen gebieden met beperkte medische infrastructuur.
2. Mexicaanse griep (H1N1): De pandemie van 2009
De Mexicaanse griep, veroorzaakt door het H1N1-influenzavirus, dook in 2009 op en werd al snel uitgeroepen tot een wereldwijde pandemie. In tegenstelling tot veel andere griepvirussen trof deze variant vooral jonge, gezonde mensen.
De symptomen leken sterk op die van een gewone griep, maar het virus verspreidde zich snel over de wereld. Gelukkig bleek de ernst van de ziekte mee te vallen in vergelijking met aanvankelijke zorgen. Wereldwijd vielen er echter tussen de 150.000 en 575.000 doden, afhankelijk van de schatting. Er werd een speciaal vaccin ontwikkeld dat inmiddels onderdeel uitmaakt van het jaarlijkse griepvaccin.
3. Marburgvirus: De onbekende broer van ebola
Het Marburgvirus behoort tot dezelfde familie als ebola (Filoviridae) en veroorzaakt ook hemorragische koorts. De eerste uitbraak vond plaats in 1967 in de Duitse stad Marburg, waar laboratoriummedewerkers besmet raakten door Afrikaanse apen.
De symptomen zijn vrijwel identiek aan ebola: hoge koorts, spierpijn, diarree en interne bloedingen. Het sterftecijfer varieert tussen de 24% en 88%, afhankelijk van de kwaliteit van de gezondheidszorg. In recente jaren zijn er opnieuw uitbraken geweest in Oeganda en Angola, wat aantoont dat het virus nog steeds op de loer ligt.
4. H5N1 en H7N9: Vogelgriepvarianten die mensen kunnen infecteren
Vogelgriepvirussen zoals H5N1 en H7N9 worden meestal overgedragen van vogel op vogel, maar incidentele besmettingen bij mensen zijn gemeld, vooral bij direct contact met pluimvee. Hoewel de menselijke besmettingen zeldzaam zijn, is het sterftecijfer van H5N1 bijna 60%.
Er is bezorgdheid onder virologen dat deze virussen kunnen muteren naar een vorm die gemakkelijk van mens op mens overdraagbaar is, wat een potentiële pandemie zou kunnen veroorzaken. Daarom wordt er wereldwijd nauwlettend toezicht gehouden op nieuwe varianten.
5. MERS: Een coronavirus met hoge sterfte
MERS (Middle East Respiratory Syndrome) werd voor het eerst vastgesteld in Saoedi-Arabië in 2012. Net als COVID-19 is het een coronavirus, maar met een veel hoger sterftecijfer van ongeveer 35%. MERS wordt overgedragen via nauw contact, en kamelen spelen waarschijnlijk een rol als drager van het virus.
De verspreiding is tot nu toe beperkt gebleven, maar het potentieel voor grotere uitbraken blijft aanwezig. In tegenstelling tot COVID-19 is MERS minder besmettelijk, wat tot nu toe een wereldwijde pandemie heeft voorkomen.
Conclusie
Hoewel COVID-19 de recente pandemie is die wereldwijd het leven veranderde, zijn er meerdere andere gevaarlijke virussen die minstens zo dodelijk — of zelfs dodelijker — kunnen zijn. Ziekten zoals ebola, MERS en vogelgriep vormen blijvende risico’s voor de volksgezondheid, vooral in een steeds meer verbonden wereld. Vroege opsporing, vaccinontwikkeling en internationale samenwerking zijn cruciaal om toekomstige pandemieën te voorkomen.
Blijf op de hoogte, bescherm jezelf en volg betrouwbare informatiebronnen om voorbereid te zijn op virale dreigingen van de toekomst.
